Jacqueline Arraf
Zet één stap in de Palestijnse keuken van Jacqueline Arraf en u bent op reis. Een spraakwaterval in zes verschillende talen, een zeer gemeende omhelzing en haar woorden kan men proeven op de tong.
Dan komen de geuren. Ze opent een potje steranijs, kneust komijn, legt uit wat sumak is en schept erover op dat ze wel dertig eieren op kan. Met wat geluk heeft ze baklava. Terwijl de knapperige lekkernij druipend van de honing erom roept om gegeten te worden, vertelt zij hoe ze als achtjarige zelf de honing uit de kasten moest halen in haar dorp. Opgegroeid met pure honing en tussen verse kruiden in de winkel van haar vader, kiest zij ook in hier haar ingrediënten met aandacht. Tien jaar geleden kwam ze naar Nederland voor de liefde, ze spreekt de taal vloeiend en Zutphen is haar thuis geworden.
Lekker eten is belangrijk, maar mensen zijn minstens zo belangrijk voor haar. Voor een grote catering stelt ze een team samen met vluchtelingen uit het AZC. Ook dat doet ze met passie. Ze kent alle vluchtverhalen tot in detail, ze belt met advocaten en IND en als er iemand onterecht wordt opgepakt, dan zal ze op de stoep van de gevangenis staan. Bovendien pleit ze voor betaling van haar team en neemt hen ook daarin serieus.
Met nog meer geluk heeft ze wat over van een catering. Geroosterde zoete aardappel met geitenkaas, gekaramelliseerde schijfjes biet met sinaasappel, kruidige kip in yoghurt gegaard met granaatappel. Kleurrijke gerechten met prikkelende explosies van intense smaak die verschillen per gerecht maar een perfecte aanvulling vormen op elkaar.